Vastgoeddata in gesprek met Gemeente Wageningen
De toekomst van het monumentale pand ’t Venster aan Wilhelminaweg 1-3 in Wageningen hangt aan een zijden draad. De gemeente wil het rijksmonument, dat momenteel wordt gebruikt door Stichting De Steck als culturele broedplaats, verkopen. De kunstenaars en culturele ondernemers die er actief zijn, vrezen echter dat hiermee een unieke plek voor kunsteducatie en maatschappelijke initiatieven verloren gaat. Volgens De Steck is ’t Venster veel meer dan een gebouw: ‘Het is een creatieve motor en ontmoetingsplek voor alle Wageningers,’ stelt een woordvoerder van de stichting. De gemeente ziet dat anders. Uit antwoorden op vragen van Vastgoeddata blijkt dat het besluit om tot verkoop over te gaan is genomen bij de vaststelling van de nota Strategische Nota Gemeentelijk Vastgoed.
Gemeente: hoge kosten en noodzaak tot herinvestering
Een woordvoerder van de Gemeente Wageningen licht toe dat de beslissing vooral financieel is ingegeven. ‘De noodzakelijke investeringen voor renovatie en verduurzaming, en de structureel hoge beheers- en exploitatiekosten, waren aanleiding tot de voorgenomen verkoop van ’t Venster,’ aldus de gemeente. De opbrengst van de verkoop moet worden ingezet voor de aankoop of huur van een nieuwe locatie voor maatschappelijke en culturele organisaties in de stad. Met andere woorden: het gemeentebestuur kiest ervoor om middelen vrij te spelen door vastgoed te verkopen, om elders nieuw maatschappelijk vastgoed te kunnen realiseren. Dat sluit aan bij een bredere landelijke trend waarin gemeenten hun vastgoedportefeuille herzien om onderhoudskosten te verlagen en vastgoed efficiënter in te zetten.
Monument met maatschappelijke bestemming
Het voormalige schoolgebouw ’t Venster is een rijksmonument met een maatschappelijke bestemming. Die bestemming blijft vooralsnog leidend, zegt de gemeente: ‘Het pand heeft een maatschappelijke bestemming, haar toekomstige functie moet daarmee overeenkomen. We verwachten dat de bestemming ‘wonen’ kan worden toegevoegd.’ Dat laatste is opmerkelijk, omdat het pand zich bevindt in een overgangsgebied tussen woonwijken en onderwijsinstellingen. Een functiemix van wonen en cultuur zou aantrekkelijk kunnen zijn voor ontwikkelaars – zeker gezien de monumentale uitstraling en de ligging nabij de universiteitscampus.
Openbare verkoop onder Didam-regime
Op de vraag hoe de gemeente de verkoop juridisch inricht, verwijst Wageningen naar het Didam-arrest. ‘De panden worden verkocht bij openbare inschrijving met finale gunning door de eigenaar. De verkoopprocedure en bijbehorende voorwaarden communiceren we vooraf aan alle geïnteresseerden. De uitvoering vindt plaats onder notarieel toezicht,’ aldus de gemeente. Dat betekent dat de verkoop in principe openstaat voor iedere partij die voldoet aan de voorwaarden. Daarmee wordt het lastig voor Stichting De Steck om op eigen kracht het gebouw te behouden, tenzij zij met een sterk voorstel komt dat aansluit bij de maatschappelijke doelstelling van de gemeente.
De Steck vreest verlies van culturele broedplaats
Voor Stichting De Steck komt het nieuws als een harde klap. De organisatie huurt nu nog delen van het pand op basis van een opzegbare overeenkomst. ‘We willen hier blijven. Dit gebouw is onderdeel van onze identiteit,’ zegt een van de betrokken kunstenaars. ‘Het zou onbegrijpelijk zijn als dit rijksmonument straks verandert in appartementen of commerciële kantoorruimte.’ De gemeente erkent dat het vertrek van De Steck een mogelijk gevolg is, maar zegt dat dit niet te voorkomen is zonder duidelijk toetsingskader. ‘Borging van de huisvesting van Stichting De Steck is een taak van haar stichtingbestuurders,’ stelt de gemeente. ‘We werken aan een toetsingskader voor het huisvesten van maatschappelijke initiatieven. Daaruit volgt hoe we dergelijke functies faciliteren.’ Of De Steck in aanmerking komt voor een nieuwe plek, is dus nog onduidelijk. De gemeente zegt vóór de start van de verkoopprocedure duidelijkheid te willen bieden aan de gebruikers van het pand.
Verkoop in 2026
De planning van de gemeente is concreet: de verkoopprocedure van ’t Venster moet begin 2026 gereed zijn. Een exacte verkoopdatum is nog niet vastgesteld. De gemeenteraad zal op een later moment worden betrokken bij het besluitvormingsproces. Tot die tijd blijft Stichting De Steck strijdvaardig. De organisatie roept inwoners van Wageningen op om hun steun te betuigen en te voorkomen dat ’t Venster in commerciële handen valt. ‘We willen dat dit monument een plek blijft waar iedereen welkom is om te leren, creëren en verbinden,’ aldus De Steck.