Toen Richard Dallinga in maart 2025 de overstap maakte naar Achmea Investment Management, was al snel duidelijk dat zijn komst verder reikte dan een reguliere strategische benoeming. Binnen enkele maanden kreeg hij de verantwoordelijkheid voor de verdere ontwikkeling van het Real Assets-platform, een domein dat naast vastgoed ook infrastructuur en bos- en landbouwinvesteringen omvat. Het is precies die combinatie die volgens hem raakt aan waar de wereld nu behoefte aan heeft. ‘Het zijn de categorieën die blijven bestaan,’ zegt hij. ‘De categorieën waar alle grote maatschappelijke opgaven samenkomen en waar we als belegger daadwerkelijk verschil kunnen maken.’
Via externe managers beheert Achmea IM inmiddels ruim 16 miljard euro aan Real Assets-investeringen namens pensioenfondsen. Binnen Achmea is die rol helder afgebakend. Naast Achmea Investment Management opereert ook Achmea Real Estate als gespecialiseerde vastgoedbelegger. Beide organisaties delen dezelfde visie op financieel én maatschappelijk rendement, maar functioneren zelfstandig en zonder verplichtingen naar elkaar. Achmea IM kan vrij kiezen uit alle vastgoed-assetmanagers in de markt, terwijl Achmea Real Estate op haar beurt samenwerkt met meerdere fiduciair managers en niet exclusief met Achmea IM. Die scheiding borgt volgens Dallinga zowel onafhankelijkheid als scherpte in de besluitvorming.
De rol bij Achmea IM lijkt hem op het lijf geschreven, al verliep zijn loopbaan allesbehalve lineair richting institutioneel beleggen. Dallinga begon zijn carrière in de retail, bij Etos en Ahold, waar hij op 25-jarige leeftijd verantwoordelijk werd voor een cluster van 25 winkels. Het waren vroege lessen in leiderschap, communicatie en organisatiekracht. Via Corio verschoof zijn werkterrein richting vastgoedontwikkeling en -transformatie, met als hoogtepunt zijn verantwoordelijkheid voor de herontwikkeling en het management van Hoog Catharijne, een van de meest complexe publiek-private projecten van Nederland. Daarna volgden rollen in de directie van Rodamco Europe, als retail vastgoed verantwoordelijke bij JLL en later bij HB Capital en Green Real Estate, waar hij vanuit een family office als CEO het vastgoedbeleid bepaalde. ‘Ik heb bewust functies gekozen waarin ik telkens nieuwe dingen kon leren,’ zegt hij. ‘Dat begon bij retail, maar liep via grote winkelprojecten, internationale transacties en fondsbeleggen naar een steeds hoger abstractieniveau. Je leert anders kijken: niet alleen naar individuele gebouwen, maar naar waardevorming in regio’s, landen en markten.’ Die manier van denken sluit volgens hem naadloos aan bij zijn huidige rol. ‘Het bouwen van een sterk team is altijd een rode draad geweest. Je kunt alleen goede investeringsbeslissingen nemen als mensen elkaar aanvullen, bevragen en uitdagen.’
Investeren in wat blijft
De filosofie die hij bij Achmea IM uitdraagt, vat hij samen als ‘investeren in wat blijft’. Voor Dallinga betekent dat beleggen in tastbare, fysieke assets die structurele waarde vertegenwoordigen en bijdragen aan brede welvaart. ‘Als je kijkt naar de grote thema’s van deze tijd – woningnood, energietransitie, netcongestie, digitalisering, vergrijzing – dan zie je dat ze allemaal direct samenhangen met Real Assets,’ zegt hij. ‘Van datacenters en energie-infrastructuur tot betaalbare woningen, zorgvastgoed en houtbouw. Het zijn investeringen die concreet bijdragen aan leefbaarheid, economische vooruitgang en koopkrachtbehoud.’ Die visie vertaalt zich bij Achmea IM in een uitgesproken langetermijnbenadering. Het gaat niet alleen om het selecteren van tastbare assets, maar om het sturen op toekomstbestendigheid en maatschappelijke impact. Door kapitaal te alloceren naar fondsen en projecten die bijdragen aan betaalbare woningen, duurzame energie en robuuste infrastructuur, zorgt Achmea IM dat pensioenvermogen niet alleen financieel rendeert, maar ook zichtbaar bijdraagt aan de samenleving.
‘Ons selectie- en monitoringsproces is erop gericht om duurzame fondsen te identificeren en externe managers te stimuleren om de extra stap te zetten richting Paris Proof.’ Impact ziet hij daarbij niet als bijvangst, maar als bewuste keuze. ‘Voor ons betekent impact positieve veranderingen aanjagen die zonder onze betrokkenheid waarschijnlijk niet van de grond zouden komen. Verduurzamen is inmiddels een randvoorwaarde, maar wij dagen managers uit om verder te gaan. Dáár zit voor ons de maatschappelijke meerwaarde.’ Brede welvaart vormt een centrale pijler onder de investeringsfilosofie van Achmea. Dallinga ziet geen tegenstelling tussen financieel en maatschappelijk rendement. Integendeel. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je op de lange termijn het beste rendement behaalt wanneer je duurzaam en maatschappelijk verantwoord investeert. Regelgeving beweegt die kant op, de markt beweegt die kant op, en duurzame assets zijn simpelweg beter bestand tegen waardeverlies. Waarden hoeven niet ten koste te gaan van waarde.’
Sturen op toekomstbestendige portefeuilles
Hoewel Nederland een belangrijk werkgebied blijft, kijkt Achmea IM steeds vaker mondiaal naar allocaties. De eerste vraag is volgens Dallinga niet in welke stad je investeert, maar op welk continent. Daarna volgt de afweging tussen landen en regio’s. Binnen Nederland ligt de focus op stedelijke agglomeraties zoals de Randstad, de Brabantse stedenrij en Groningen. Regio’s met beperkte economische dynamiek, zwakke bereikbaarheid of demografische krimp zijn minder geschikt voor institutioneel langetermijn kapitaal. ‘Een sterke woningmarkt gaat hand in hand met economische activiteit. Duurzaam investeren is het meest effectief in regio’s waar werkgelegenheid en vitaliteit aanwezig zijn, omdat daar de maatschappelijke én financiële impact het grootst is. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om ook oog te houden voor gebieden waar gerichte investeringen juist kunnen bijdragen aan versterking van de lokale economie.’ De strategische opdracht die hij meekreeg bij zijn benoeming richt zich op het verbreden en verdiepen van het Real Assets-platform. Dat betekent het doorbreken van traditionele silo’s tussen vastgoed, infrastructuur en natuurlijke assets, en het versterken van de samenwerking met Achmea’s impactteam. Innovatie speelt daarin een sleutelrol. Achmea IM ontwikkelt datamodellen die klimaatrisico’s, energie-infrastructuur, geopolitieke ontwikkelingen en demografie integreren in beleggingsbeslissingen. ‘AI-gestuurd onderhoud, waarderingsmodellen en scenario-analyses gaan de manier waarop wij beleggen structureel veranderen.’ Ook binnen de woningbouwopgave ziet hij een duidelijke rol voor institutionele beleggers, mits overheid en markt elkaar beter weten te vinden. Zijn ervaring bij Hoog Catharijne heeft hem geleerd hoe complex die samenwerking kan zijn. ‘Regelgeving en lange doorlooptijden beïnvloeden de haalbaarheid van duurzame investeringen. Daarom gebruiken wij onze positie in advisory boards en gesprekken met managers om knelpunten te agenderen en oplossingen te stimuleren.’
Naar een nieuw tijdperk van pensioenbeleggen
Vooruitkijkend ziet Dallinga een structurele verschuiving richting een groter aandeel Real Assets in pensioenportefeuilles. Waar Nederlandse fondsen vaak rond vijftien procent alloceren, zitten landen als Duitsland al richting de vijfentwintig procent. Volgens hem is dat ook voor Nederland een logische volgende stap. ‘Real Assets bieden bescherming tegen inflatie, leveren stabiele kasstromen en dragen bij aan maatschappelijke opgaven. Een wereldwijde vastgoedallocatie zorgt bovendien voor diversificatie en verlaagt het risico binnen pensioenportefeuilles, als aanvulling op de vaak sterk op Nederland gerichte directe beleggingen.’ Zijn conclusie is helder. ‘Real Assets worden de motor van lange-termijnwaarde. Door meer in deze categorie te investeren, dragen we bij aan meer woningen, betere energievoorzieningen, sterkere infrastructuur en een toekomstbestendige samenleving.’ Aan het einde van het gesprek vat hij zijn visie kernachtig samen. ‘Investeren in wat blijft betekent investeren in de fundamenten van onze samenleving: wonen, energie, infrastructuur en natuur. Dat is precies waar pensioenvermogen zijn kracht kan tonen – door rendement te leveren voor deelnemers én de wereld stap voor stap beter te maken.’